i

Parochies VOMMMM

Het kerkgebouw

Aan de oevers van de Maas en langs de doorgaande weg naar het zuiden, van Nijmegen naar Venlo, staat de kerk van Mook, St. Antonius Abt.

Ook vroeger was deze plaats al strategisch gekozen, want Mook lag langs de Romeinse heerbanen van Nijmegen naar Tongeren en Keulen. Hier werd de Maas overgestoken, omdat verder naar het zuiden de oostelijke oevers van de rivier onbegaanbaar waren.

De hoge ouderdom van de kerk kan worden afgeleid uit de oorspronkelijke naam: Sint Salvator. Dit is de oudste titel aan kerken gegeven, al ten tijde van Sint Willibrord (overleden in 739).

Oorspronkelijk heeft op de huidige plaats, naar men vermoedt, een houten kerkje gestaan dat later werd vervangen door een stenen gebouw. In de veertiende eeuw werd de nu nog bestaande toren gebouwd en een éénbeukig schip. Een eeuw later voegde men er twee kleine zijbeuken aan toe, zodat het een kruiskerk werd.

Hoe oud het hoofdaltaar is weten we niet met zekerheid. Gegevens wijzen naar 1671 toen er gesproken werd over een altaar, gewijd aan het H.Kruis.Rond 1675 waren er weer eens Franse legers ‘in de buurt’, koning Lodewijk XIV van Frankrijk veroverde destijds tal van plaatsen in de Nederlandse Republiek. 1675 was een rampjaar voor de Mookse parochie, waarin het dak van de kerk en de hele pastorie door brand verwoest werden. De kerk kon gelukkig worden hersteld. Daarbij is er een houten gepolychromeerd gewelf aangebracht.In de Tweede Wereldoorlog (1940-1945) heeft het kerkgebouw relatief weinig geleden: vier voltreffers door granaten veroorzaakten een gat in het dak van de sacristie en in de toren. Het torenuurwerk, het kerkorgel en een aantal banken waren niet meer te gebruiken, maar de pastorie naast de kerk werd verwoest. Ook de mergelwand aan de zuidzijde van het priesterkoor en een raam werden vernield. (de kerk in Middelaar werd totaal verwoest, die in Molenhoek zwaar beschadigd).

In de negentiende eeuw is het kerkje witgekalkt, maar in 1909-1910 zijn kerk en toren grondig gerestaureerd en is die kalklaag verwijderd. De kerk werd toen uitgebreid met de grote dwarsbeuk en kreeg zo de vorm van een Grieks kruis.

Pas in 1964-1965 achtte men een grote opknapbeurt weer nodig. De tot nu toe laatste ingrijpende restauratie vond plaats in de jaren 1979-1982. Deze keer werd tegelijkertijd het kerkhof rond de kerk tot een tuin omgevormd. Een aantal van de oude grafzerken heeft er als monument weer een plaats in gekregen. Deze restauratie werd gefinancierd uit vele fondsen, met medewerking van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg en via diverse acties van de restauratiecommissie in samenwerking met andere Mookse inwoners die zich er eveneens met ‘hart en ziel’ voor hebben ingezet.

In 2008 is er een monumentale grafsteen bijgekomen, door Peter Roovers voor een vriend gemaakt tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij heeft er een Piëta-reliëf op aangebracht. Deze steen werd tegen de kerkmuur naast de sacristie geplaatst als Monument voor het Kunstenaarsverzet. 

Patroonheiligen en gilde

De eerste schriftelijke gegevens over de parochie lezen we in een oorkonde uit het jaar 1206 van het Akens Stift, waarin onder meer de pastoorsplaats in de parochie Mook vermeld wordt. Ook een zegel van de Mookse Schepenbank verwijst naar de hoge ouderdom van de kerk. Ongeveer in 1018 werd de Praagse bisschop Sint Adalbert patroon van de kerk in Mook. Bisschop Adalbert was bevriend met keizer Otto III, hij werd tijdens een van zijn missiereizen in het jaar 997 vermoord. Ter nagedachtenis aan zijn vriend stichtte Otto III het Sint Adalbertstift in Aken, de kroningsstad van Duitse keizers sinds Karel de Grote (771-814). Zijn opvolger, keizer Hendrik II, schonk aan het nieuwe Akense Stift onder meer goederen in Brabant en Gelderland en een derde deel van Mook. In 1227 stond keizer Hendrik VII toe dat het landgoed “Moldecke” in z’n geheel aan graaf Gerard van Geldern werd verkocht.

De parochie Mook behoorde in de veertiende eeuw bij Kleef en tot begin negentiende eeuw bij het dekenaat Zyfflich dat onder het bisdom Keulen viel. In visitatieverslagen van de Deken rond 1550 kunnen we lezen dat Sint Adalbert ook in die tijd nog patroonheilige van Mook was.

Tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) bestond er echter al onduidelijkheid over de ‘ware’ patroonheilige. In 1646 benoemde keurvorst Frederik Willem van Brandenburg een zekere Fabritius uit Kalkar tot pastoor van Mook, hij zou hier tot 1695 blijven. Door zijn geschriften (die bij de Mookse parochiearchieven in Venray bewaard worden) is hij de meest bekende van de vroegere pastoors in onze parochie, er is ook een straat naar hem genoemd. Fabritius heeft uiteindelijk in 1650 de kerk alleen aan Sint Antonius Abt toegewijd. Er stond al een altaar voor deze heilige, dat mogelijk was ingewijd met de oprichting van het Schuttersgilde Sint Antonius Abt van Mook ongeveer in 1450. Op de naamdag van het gilde baden de broeders en zusters in een speciale H.Mis voor de zielenrust van overleden leden en voor Gods zorg over de nog levende leden en hun familie. Tegenwoordig komt het Schuttersgilde daarvoor in de parochiekerk nog steeds bijeen. De koning en koningin van het Schuttersgilde zetten tijdens die Gildemis een bloemetje bij het beeld van Sint Antonius. Het gildezilver van de schutterskoningen werd voorheen als vanzelf­spre­kend in de kerk bewaard.

In de achttiende eeuw vervaardigde beeldhouwer Walter Pompe het mooie beeld van Sint Antonius Abt-met-varken dat in onze kerk nog altijd te bewonderen is.Er is een eeuwenoud “Memoryboeck” waarin de reglementen en allerlei wetenswaardigheden over het Gilde staan opgetekend, zoals de heroprichting van 1650. Na zoveel jaren van oorlogsgeweld, sociale onrust en ellende vanwege de vele rondtrekkende legers, achtte pastoor Fabritius de tijd gekomen het Schuttersgilde van Mook nieuw leven in te blazen. Ook in Kleef en elders in de regio werden broederschappen weer actief.

Het Mariabeeld-met-Kind voor in de kerk is vervaardigd te Antwerpen eind zeventiende eeuw.

Kapellen

Bij het kerkgebouw hoorden twee kapelletjes, waarvan helaas één verdwenen is.

Van vóór 1646 stamde de Sint Rochuskapel, die gestaan heeft op de plaats waar nu de nieuwe noordvleugel van het gemeentehuis is gebouwd. Toen in 1666 ook in Mook de pest heerste herbouwde pastoor Fabritius met hulp van enkele Mookse mannen het in verval geraakte kapelletje en zette er  een beeld van Sint Rochus in. Sint Rochus werd als patroonheilige tegen de pest aangeroepen. Vanaf dat jaar is in de parochie vele jaren lang op zijn feestdag in augustus een processie gehouden.

In 1930 moest deze kapel plaats maken voor de tramlijn van Nijmegen naar Gennep. Het beeld van Sint Rochus dat nu in de kerk staat werd ook begin achttiende eeuw vervaardigd door Walter Pompe.

Nog ouder is het kapelletje van O.L.Vrouw van de Dwaallichtjes aan de Mortel in Mook, mogelijk stamt dit al uit de zestiende eeuw. In april 1574 vond de Slag op de Mookerheide plaats tussen Spaanse troepen en een leger van de prinsen van Oranje en Nassau. Voor de laatsten was het een zware nederlaag, duizenden soldaten sneuvelden of verdwenen in de moerassen bij Plasmolen. Onder hen twee broers van Willem van Oranje, Lodewijk en Hendrik van Nassau. In het Hervormde kerkje te Heumen zien we een monument ter gedachtenis aan hen (onthuld in 1891) en in 1939 werd tegen de voorgevel een reliëf in kleur van beeldhouwer Jacques Maris aangebracht.

Het verhaal gaat, dat sinds die beruchte veldslag boven de moerassen bij de Riethorst in Plasmolen ’s nachts blauwe vlammetjes gezien werden. Het zouden zielen van de omgekomen soldaten en hun aanvoerders zijn die na een dergelijke nederlaag geen rust konden vinden. Misschien werd het kleine kapelletje gebouwd als laatste rustplaats voor deze zielen? Er wordt beweerd dat de blauwe vlammetjes verdwenen waren sinds dit kapelletje er staat. De drie mooie bomen die er beschuttend omheen staan zijn eveneens heel oud. In 1947 maakte de kunstenaar Peter Roovers een (nieuw) Mariabeeld voor deze kapel. Het is sinds de jaren 1980-1990 traditie geworden de laatste zaterdag in mei een H.Mis op te dragen op het veld vóór dit Mariakapelletje.

Bronnen:

  • Rond de Grenssteen, nr.57 (2001), 58 (2001), 74 (2005).
  • Spruijt, H.J.M., “Mitzs desen op volgende conditie ende maniere”. Het Schuttersgilde St. Antonius Abt van Mook (1992).

Maart 2011 (herziene versie)